Het verhaal van Dineke gaat over dementie en de driehoek. Het is een klassiek verhaal omdat het vaak zo gaat. In de driehoek van Dineke zijn geen ouders meer. Dineke zelf is net 60 geworden, een hele leeftijd voor iemand met het syndroom van Down. Gelukkig heeft ze wel Anke en Christien, zussen die ooit hun ouders beloofd hebben om Dineke niet in de steek te laten.
Vorig jaar heeft Dineke haar 25-jarig feest in de Noordkaap gevierd. Haar ouders hebben haar indertijd bewust geplaatst in een kleine organisatie. Tot vlak voor zijn dood deed haar vader daar vrijwilligerswerk. Meer dan eens had hij met Anton, de leidinggevende van de Noordkaap gesproken over wat er zou gebeuren als Dineke zou gaan dementeren. Hij had bedongen dat zijn dochter er zo lang mogelijk zou mogen blijven.
Dus was Dineke twee jaar terug niet met een paar andere cliënten meeverhuisd naar de Beukenhof, een locatie die speciaal was bedoeld voor mensen met dementie. Anders dan was verwacht, waren een paar plekken langdurig open gebleven.
En nu zijn Anke en Christien uitgenodigd voor een gesprek met Anton; ook Femke, de PBer van Dineke is aanwezig. Al snel vertelt Anton de reden van het gesprek: omdat Dineke de laatste maanden vaker verward is, hebben ze het idee dat het dementieproces nu echt begonnen is; daarom gaat ze overgeplaatst worden naar de Beukenhof.
De beide zussen zijn overdonderd. Hoe erg verward is Dineke? Wat zou hun vader in hun geval gedaan hebben? Waarom zou de Beukenhof beter zijn, hier is toch haar thuis?
Eenmaal thuis slaat hun stemming om. In plaats van gelatenheid komt boosheid. Dit is geen manier van doen! Een overval! Het gaat hun niet om Dineke maar om het vullen van een open plaats die ze niet vol krijgen! Het kost weinig moeite om de andere broers en zussen op te trommelen en zo staan een week later 10 mensen op de afgesproken tijd in de Beukenhof. Nu voelt het voor Anton als een overval. Het wordt een tumultueuze rondleiding en in het nagesprek neemt Christien namens de familie het woord. Zolang er alleen maar signalen bij Dineke te zien zijn, blijft ze in de Noordkaap wonen. Zo is het onze vader immers beloofd. En omdat ze slechter is gaan lopen, eisen we als familie dat de Noordkaap haar een kamer beneden geeft. Dan kan ze nog jaren vooruit.
Anton bedingt dat hij met de beide zussen een vervolggesprek zal hebben en geeft aan dat hij ook de orthopedagoog wil uitnodigen. De beide zussen stemmen toe maar zeggen er meteen bij dat de familie niet van gedachten zal veranderen.
Wat zou ik doen als ik hier die orthopedagoog zou zijn? Mijn eerste vraag zou zijn: hoe kan deze driehoek een beetje lucht krijgen? En mijn antwoord is al even klassiek als het verhaal. Deze driehoek kwam in problemen toen Anton meedeelde dat Dineke ging verhuizen. Dát is geen samenwerken in de driehoek! Bij zulke belangrijke en emotionele zaken overleg je in plaats van een machtswoord uit te spreken.
Lucht in deze driehoek komt er als Anton ruiterlijk toe geeft dat hij het verkeerd heeft aangepakt. Dan kan Samenwerken in de Driehoek beginnen. Het resultaat (verhuizen of blijven) is dan minder interessant dan het proces (we willen er sámen uitkomen). Hopelijk lukt het die orthopedagoog om Anton uit zijn vechthouding te krijgen. Misschien betekent het dat ze ook nog een gesprek met de leidinggevende van Anton moet voeren.