Standaarden

Hebben jullie ook een standaard uitnodigingsbrief die we kunnen gebruiken om ouders uit te nodigen voor de bijeenkomst over Driehoekskunde? Deze vraag krijg ik regelmatig in het kader van een Trainingstraject Driehoekskunde. Het antwoord is steevast ontkennend en dat niet uit gemakzucht. Zo’n uitnodiging moet je simpelweg niet willen standaardiseren. Ik wil dat professionals zelf nadenken over de reden waarom ze ouders hiervoor uit willen nodigen. Waarom wordt het zo belangrijk gevonden dat ouders hierbij zijn? Dát is wat werkelijk verbindt en enthousiasmeert. Althans, zolang men met goede argumenten op de proppen weet te komen…

Laatst had ik weer eens het voorrecht om zo’n bijeenkomst te leiden, ditmaal eens binnen de Jeugdzorg. Het raakte me om de pijn te horen die ouders hebben ervaren in hun vaak nog relatief korte ‘zorgcarrière’. Uit de verhalen bleek vooral de miskenning van hun positie als ouder. Men heeft (te) vaak ervaren te worden gezien als mislukte ouder die hun kans hebben verspeeld. En nu zijn de professionals aan zet om het wél goed te gaan doen. Dat dit bepaald niet het beste in ouders naar boven haalt, zal niemand verbazen.

In dit licht opperde iemand de suggestie om een Jeugdzorg-breed protocol in te stellen, met betrekking tot de samenwerking met (pleeg)ouders. Standaardisering. Zou dat bij kunnen dragen aan een andere ervaring voor deze ouders en allen die zich in hun verhaal herkennen? Hoewel er natuurlijk meer nodig is dan dat, zou dit best eens kunnen helpen.

Graag deel ik een drietal punten die dit protocol wat mij betreft in ieder geval zou moeten bevatten:

  1. Professionals zijn altijd als eerste aan zet. Wij zijn verantwoordelijk om de hoek van (pleeg)ouders in beeld te krijgen en te onderzoeken in hoeverre samenwerking mogelijk is.
  2. Het belang van een stevige verbinding op de basis van een driehoek wordt onderkend en dus vertaald in concrete acties. Hoe groter het vertrouwen vanuit (pleeg)ouders in professionals, hoe veiliger vaak het klimaat voor toppers om zich te kunnen ontwikkelen.
  3. Posities zijn helder én worden gerespecteerd. Wie gaat waarover, wie bepaalt wat? Daarin is ruimte voor verschillen, zoals in normen en waarden. Op de groep kunnen andere regels gelden dan bij (pleeg)ouders, daarin hebben beide hoeken eigen zeggenschap. Ook de wilsbekwaamheid en daarmee samenhangende rechten van cliënten wordt hiermee gewaarborgd.

Deze opsomming is natuurlijk verre van uitputtend, maar lijkt me een prima vertrekpunt voor zo’n protocol. Standaardisering kán wel degelijk helpend zijn.

De inschatting werd gemaakt dat het misschien wel vijftig jaar zal duren voordat ‘De Jeugdzorg’ tot in de genen veranderd zal zijn. Ook dat zou best eens kunnen. Maar daar gaan deze ouders weinig aan hebben.
Ik richt me dan ook liever op de verandering die vandaag al ervaren kan worden. Want die verandering kan worden bewerkstelligt door iedere (jeugd)zorgprofessional die deze blog leest. En sporen nalaten die voor sommige (pleeg)ouders over vijftig jaar nog steeds voelbaar zullen zijn.