Ouders kan je niet vervangen

Jacco is net naar een grotere kamer in de woonvoorziening gegaan als ik met hem kennismaak. Over anderhalf jaar wil hij op zichzelf gaan wonen. In zijn levensverhaal lees ik dat Jacco en zijn ouders veel met elkaar overhoop gelegen hebben. Ook tussen ouders en zorgverleners is vaak ruzie geweest. Vader klaagt dat ze hem nooit ergens bij betrekken; maar hij kan wel telkens opdraven als er geklust moet worden. 

Een week later heb ik een collega aan de telefoon. Hij heeft het aan de stok met vader. Die heeft zelfs gedreigd om zijn handen van Jacco af te trekken. Wat is er gebeurd?

Er is onverwachts een woning vrijgekomen. Echt iets voor Jacco. Die was enthousiast en wilde meteen verhuizen. Toen hij dat tegen zijn vader zei, was die ontzettend boos geworden. Wéér was hij er buiten gelaten. Voor hem hoefde het niet meer: ‘ze’ regelden het maar. “Dan heb je een probleem”, zei ik tegen mijn collega. “Hoe denk je het aan te pakken?”

Mijn collega: “Wij gáán voor het belang van de cliënt.”

Die zin zou ik willen schrappen uit het vocabulaire van begeleiders. Wat moet je er als ouder mee? Telt voor ouders het belang van hun kind dan niet? Soms gaan ze eraan kapot! 

Maar, kan je tegenwerpen, ze hebben ook eigen belangen. In dit geval misgunnen ze Jacco een eigen leven, door de baas te blijven spelen. Dat zou kunnen. Maar mijn collega heeft ook een eigen belang: een onbezette plek kost geld. In de driehoek cliënt-ouders-zorgverlener heeft elke hoek zijn belang, en ze mogen allemaal op tafel komen.

Het gezamenlijke belang is dat ze er uitkomen. Door het belang van de cliënt voorop te stellen, kies je als begeleider partij. Dat lijkt terecht in een tijd dat de autonomie van cliënten tot het hoogste goed is verheven. Maar cliënten zijn niet geholpen als hun keuze leidt tot een verbroken relatie met hun ouders. Soms gebeurt dat, en ik vind het een slechte zaak als begeleiders die breuk veroorzaakt hebben. Welke begeleider is bereid om tot zijn dood het belang van de cliënt boven dat van zichzelf te stellen – als het moet 40 sinterklazen en kerstdagen lang? 

Ik heb niets tegen het bevorderen van autonomie van cliënten, integendeel (al spreek ik liever over volwassenheid, een woord dat cliënten beter begrijpen). Maar autonomie is een ingewikkeld begrip dat makkelijk tot verwarring leidt. 

Situaties als die van Jacco kom ik de laatste maanden vaker tegen. Wat ik ervan leer, is dat je bij een mogelijke verhuizing beter eerst met ouders kan overleggen. Als we hen confronteren met een vaststaand plan of een genomen besluit, dwingen we hen om in verzet te gaan als ze ook maar enige bedenking hebben. Begeleiders die iemand zorgvuldig ondersteunen, bedenken vooraf welke gevolgen hun acties mogelijk hebben. 

Overigens wordt de term autonomie vaker in de mond genomen dan waargemaakt. Nog altijd hebben cliënten weinig of geen inspraak in de keuze van hun persoonlijk begeleider. Meestal staat het belang van de begeleiders zelf voorop. En het belang van ouders blijft helemaal buiten beeld. Moet dus altijd gebeuren wat ouders willen? Nee. Soms is een cliënt zo sterk dat hij de strijd met vader en moeder durft aan te gaan, en zonder hun steun gelukkig kan zijn. Maar zorgvuldige ondersteuners laten op dergelijke momenten hun trots niet blijken. Die steunen cliënten én ouders. 

 

Deze column verscheen eerder in KLIK (2003).