Onmachtig ter slachting?

“Kan familie ervoor zorgen dat jij in de ziektewet belandt?” Vragen als deze stel ik zorgteams met enige regelmaat. Het antwoord is steevast bevestigend, vaak onderbouwd met diverse (recente) ervaringen. Achterliggende redenaties zijn vaak “je kunt als mens nu eenmaal maar zoveel hebben” en “iedereen heeft van tijd tot tijd behoefte aan bevestiging”. Opvallend daarin is dat het meestal meer zegt over de professional zélf dan over de betrokken familie. En terecht.
In deze gesprekken stel ik me altijd weer op het standpunt dat geen enkele familie dit kan veroorzaken. Stel je eens voor dat dit wél het geval zou zijn. Dat zou betekenen dat eenieder van ons is overgeleverd aan welke familie dan ook, wetende dat zij ons op ieder moment in de ziektewet kunnen krijgen. Een angstaanjagende gedachte! En gelukkig pertinent onwaar. Als je het mij vraagt.

Dat dit een beladen thema is spreekt vanzelf. Ik ontmoet veel schrijnende situaties die een ziektewet-periode tot gevolg hebben. Let wel: veelal schrijnend vanuit het oogpunt van álle betrokkenen. Natuurlijk vanuit degene die zich genoodzaakt ziet om zich ziek te melden. Maar ook vanuit familie en cliënten in kwestie. Het betekent immers per definitie discontinuïteit in zorg, wat zelden wenselijk is voor cliënten (noch hun familie). En vaak gaat er achter het gedrag van familie angst en zorg schuil. Uitval lost die (meestal) niet op.
Riskant in mijn stellingname is dat het voor de uitvaller als een trap na kan voelen. Zomaar ontstaat een gevoel van victim-blaming. Immers, als het niet aan familie ligt dan ligt het dus aan mij! Eigen schuld, dikke bult? Toch niet. Uitval is een complex geheel van factoren en valt dus onmogelijk sec aan de uitvaller toe te schrijven. Gelukkig maar. Maar dus evenmin aan familie.

Ondanks dat ik natuurlijk weinig met cirkels kan, is de theorie rondom de cirkels van betrokkenheid en invloed zeer waardevol in de trainingen Driehoekskunde. Vaak hoeft die niet eens zoveel verder te komen dan het cliché een beter milieu begint bij jezelf. Ik heb weinig tot geen invloed op het gedrag van mijn buurman, maar ik kan er zélf voor kiezen om dat plastic flesje op te rapen. Zou mijn buurman dat zien, dan zou hem dat tot hetzelfde gedrag kunnen bewegen. Maar dat hoeft niet. Hoe dan ook, in ieder geval is de straat één flesje armer. En ik voel me daar prima bij.
Dit is wat ik beoog wanneer ik teams voorhoud dat familie níet de macht heeft om hen in de ziektewet te doen belanden. Het gedrag van familie krijgen we niet veranderd, dat van onszelf misschien wel. Denkend aan het principe van de volgorde zal ik me bijvoorbeeld moeten afvragen of het gedrag van familie wellicht wordt veroorzaakt doordat ik meer beloof dan dat ik daadwerkelijk doe. Als dat echter op orde is, dan dient zich een volgende helpende vraag aan: wat zou ik zélf kunnen doen om te voorkomen dat ik in de ziektewet eindig? Het antwoord is niet zelden: vroegtijdig begrenzen. En dat hoef je niet alleen te doen; naast je eigen verantwoordelijkheid, zijn er collega’s die signaleren en meedenken. Zowel in je team, als binnen de groep van interne ondersteuners (leidinggevenden, gedragsdeskundigen, teamcoaches). Allen zijn medeverantwoordelijk voor het voorkomen van uitval. Maar hoe dan?

1. Leer signalen herkennen dat je je richting de gevarenzone beweegt. Iedereen kent de knoop in de maag voor een spannend gesprek. Met gezonde spanning is niets mis, met knopen die het functioneren belemmeren wel. Neem die signalen serieus en vraag hulp. Dit kan bij een directe collega of één van die interne ondersteuners. Onderzoek samen waar de knoop vandaan komt en hoe je hem weg kunt krijgen. Neem de signalen serieus!

2. Leer om tijdens gesprekken grenzen te bewaken. Boosheid bij de ander is niet per sé een reden om het gesprek te beëindigen. Vaak is het juist een kans om je met die ander te verbinden, om de ander echt te leren begrijpen. Maar er zijn grenzen. Leer ook die herkennen en daarop te handelen. Vraag advies, bespreek gebeurtenissen met elkaar, reflecteer op je eigen handelen. Een goede professional is een reflecterende professional.

3. Leer door te pakken, wanneer dat nodig is. Soms ontwikkelt een driehoek zich zodanig dat er een onwerkbare situatie dreigt te ontstaan. Dit kan vele oorzaken hebben. Soms wordt rechtstreekse communicatie niet langer als haalbaar gezien. Onderken dat! En kom met een alternatieve communicatielijn. Daarmee wijken we af van het normale en wenselijke, maar dat is passend bij deze abnormale en onwenselijke situatie. Leg de schuld hiervan niet bij familie, maar concludeer dat het jullie als basis (familie-team) niet is gelukt om het werkbaar te houden. En dus is er iets anders nodig. Hoe dit er concreet uitziet, kan per casus verschillen. De meest extreme vorm is denk ik dat familie niet langer op locatie mag komen en er geen rechtstreeks contact meer plaatsvindt tussen familie en zorgverlener. Dat is nooit houdbaar op de langere termijn, maar er zijn situaties denkbaar waarin tijdelijk tot deze vorm moet worden besloten.
Tot slot kun je ook altijd zélf nog besluiten om de driehoek (of slechts je centrale rol daarin) te verlaten. Fundamenteel anders dan bij familie geldt dat passanten altijd over deze optie beschikken. Het is zelfs één van de voorwaarden voor professionaliteit. Deze stap kan zelfs een (voor ieder) werkbare driehoek opleveren!  

In dit alles wijs ik dus nadrukkelijk niet naar familie. Daarmee zeg ik niet dat familie hier geen aandeel in kan hebben. Dat kan ze zeker. Nog minder zeg ik dat familie niet begrensd hoeft te worden. Dat moet ze zeker. Maar daar ligt een taak voor de zórgverlener, niet voor de familie. Zij hebben zo hun goede redenen om te doen wat ze doen, ook als dat gedrag er (in de ogen van de ander) soms ‘niet uitziet’. Laten we ons liever inspannen om hen werkelijk te begrijpen en van daaruit tot duurzame verbetering van de (samen)werking te komen. Laten we komen van vinden naar verbinden en van verwijten naar begrenzen. “Ik begrijp nu goed waarom u zo boos bent geworden en zelfs waarom dat kopje door de kamer is gevlogen. Maar het is evengoed onaanvaardbaar en mag nooit weer voorkomen.” Begrijpen en begrenzen.

Hoe beter zorgprofessionals worden in het herkennen én passend beantwoorden van signalen, hoe kleiner de kans dat iemand van hen in de ziektewet beland. Wat voor gedrag familie ook laat zien. Om welke goede reden dan ook.